Categorieën
Vandaag :
♔ niets op de agenda
Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

Opening ’64 – Purmerend N1 3 – 5

Bord 1 Sanne:

Met wit kwam ik in een Taimanov goed uit de startblokken. Ik speelde het thematische Dg3 waar mijn tegenstander verplicht dames had moeten ruilen. Echter, de zwarte dame ging op avontuur en plotsklaps stond zwart erg slecht.

Ik had veel voordeel kunnen verkrijgen toen ik mijn verjaagde paard met een klassiek offer op d5 had kunnen posteren maar durfde het niet aan. Nadat ik ook nog een centrale pion blunderde stond zwart objectief niet slechter, maar praktisch gezien wel met een koning in het midden.

Na wat geruil werd de vrede getekend.

 

Bord 2 Frank:

Bij de wedstrijd tegen De Opening was het ‘erop of eronder’. Wij stonden op degraderen door het gedoe met En Passant op Texel. Wel was het voordeel dat we precies wisten wat we nodig hadden voor handhaving aangezien onze concurrent al gespeeld had.

De opening op mijn bord was weer dat gepiel met 1.d4 en 2.Lf4 wat tegenwoordig zo in is. Mijn tegenstander had Pc3 erbij bedacht in plaats van het gebruikelijke 3.c3  Er ontstond een gesloten stelling waarbij zwart, ik dus, al snel het betere van het spel had. Maar waarbij je met voetbal bij een 3-0 voorsprong al snel makkelijk rustig aan kan doen, kun je bij het schaken met één zet zo’n voorsprong weggeven. Met de ‘draakzet’ Dd7 gaf ik mijn voordeel weer helemaal weg. Een ‘draakzet’ is geen zet uit de draakvariant van het Siciliaans, maar gewoon een erbarmelijk slechte zet. Een zet die gebaseerd was op een eigen plan zonder te kijken wat de tegenstander zou kunnen. En zo kon ik weer opnieuw beginnen en weer kwam ik beter te staan, maar toen was de tijdnood voor beide kanten aangebroken. Daarbij was niet zichtbaar dat ik ooit jeugdkampioen van Amsterdam ben geweest op dat gebied, want ik gaf mijn voordeel volledig weg en met zetherhaling werd de vrede getekend. Maar ach, het einddoel was bereikt: handhaving.

 

Bord 3 Pieter:

Pieter zat dit keer op bord drie. Toen ik een keer langsliep zag ik dat de koningstelling van zijn tegenstander wel erg tochtig was en Pieter matdreigingen en materiaalwinst kon combineren. Vlak daarna zag ik op het scorebord dat het punt binnen was.

 

Bord 4 Nico:

In een Colle speelt Nico met zwart in de opening een volgens hem licht onnauwkeurige zet. Wit probeert via een standaardaanval met een ‘toren lift’ (Tf1-f3-h3) de koningsstelling van zwart onder vuur te nemen. Maar wit heeft daarvóór al zijn loper van de witte velden geruild, in die opening een belangrijk aanvalsstuk.

Nico voert geleidelijk de druk op en nadat wit na een fout een pion verliest is het punt snel binnen.

 

Bord 5 Arno:

Bij mij eindigde een goed gespeelde partij in een foutenfestijn. Na 35. Dh6 is het natuurlijk helemaal uit. Eerder al een kwaliteit gewonnen en nu is het matnet rond de zwarte koning bijna dicht.

Diagram 1.

Er volgde 35. … Pg7. Op 35. … Pe6 volgt 36. Tb7 met hetzelfde idee. Nu had ik gezien dat na 36. Tb7 Pe6 37 Pf7+ Kg8 38. Pg5 zwart spoedig mat gaat. Slaan op g5 gaat namelijk niet omdat dan Dxg7 mat is. Toen sloeg echter een vlaag van verstandsverbijstering toe. Waarom niet gewoon 36 Pf7+? Slaan gaat mat op de onderste rij, toch? Echter na 36 Pf7+?? Txf7 37 Tb8+ Pe8 staat het paard gedekt door de dame op a4. Die had ik dus even gemist. Er volgde nog 38. Dg5 Pxf3 39. Dd8? De computer geeft 39. De3 Pg5 40. Dxg5 Tf1+ 41. Kg2 Tf8 42. Dxe5 met eeuwig schaak.

Na de tekstzet had zwart kunnen winnen met 39. … Dc2 40. Dxe8+ Kg7 41. Dxf7+ Kxf7 42. Txf3.

Gelukkig volgde er 39. … Tf8 en nu wist ik niet hoe snel ik remise moest maken met 40. Tf3 Txf3 41. Dxe8+ Dxe8 42. Txe8+ Kg7 43. Txe5.

 

 

 

 

Diagram 2.

Maar wat was er eigenlijk mis met 40. De7? Wit wint opeens weer aan alle kanten…. zucht.

Een einde om snel te vergeten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bord 6 Rob:

In een soort Pirc, met de pion op d3, gebruikt mijn tegenstander in de opening veel tijd. Wit verzuimt de belangrijke zet h3 te spelen waardoor ik het centrum stevig in handen krijg en de witte koning in het midden blijft. Wit kan mijn loper van de zwarte velden op g7 ruilen en wil vol in de aanval op de koningsvleugel met Ta1-g1. Met een toren op h1 en de pion op h2 als breekijzer kan dat kansen bieden maar wit komt er niet aan toen. Zijn dreigende flankaanval pareer ik volgens de klassieke principes met een aanval in het centrum. Na de foutieve zet 20. f4? win ik een pion en behoud de aanval. Negen zetten later geeft wit in een hopeloze stelling een toren weg. Het mat in vijf laat mijn tegenstander zich dan niet meer bewijzen.

 

Bord 7 Jacob:

Jacob zat naast me en vanuit een ooghoek bezien stond hij prettig. Hij had een dreigende koningsaanval. Of zijn voordeel alleen maar optisch was weet ik niet. Wel zag ik dat zijn tegenstander zich langzaam maar zeker uit de omklemming wist te werken en won.

De analyse met Stockfish 15 laat zien dat wit inderdaad prettig staat maar na een te optimistische opstoot met 18. e5? verliest hij zijn voordeel. Een kwaliteitsoffer kan wit niet meer redden.

 

Bord 8 Perry:

De stelling die ik zag in de partij van Perry was in mijn ogen vrij onoverzichtelijk. Ik telde een pion minder voor Perry maar ook initiatiefkansen. Uiteindelijk hoorde ik dat Perry of zijn tegenstander remise aanbood. Dat werd aangenomen.

Delen