Categorieën
Vandaag :Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

N1 kansloos ten onder

Wederom een coproductie van team N1 over de nederlaag tegen Waagtoren 2.
Frank heeft het verslag geschreven, de spelers hebben hun impressie van de partij gedeeld. Dat is door mij (Rob), soms op basis van de aangeleverde partij, soms vrij vertaald, cursief in het verslag van Frank ingevoegd.

 

Jan Hein Donner schreef eens in een van zijn stukjes dat je bijna niets herinnert van een winstpartij en bij een verliespartij komt er van alles in je hoofd na de partij. Voor het schrijven van een stukje is dat precies andersom. Na een gewonnen wedstrijd zit je vol met verhalen, maar na een nederlaag wil je maar één ding: revanche. Toch moet je gewoon door ook na een nederlaag, dus heb ik mezelf gedwongen om iets te schrijven over de wedstrijd. Zie het als schrijven van strafregels, zoals dat vroeger op school gebruikelijk was.

Zelf verwisselde ik twee zetten in de opening waarbij ik dacht dat dat niet uit zou maken, maar nadat mijn tegenstander ongestraft d5 kon spelen voelde ik al nattigheid. En dan komt het neer op hardheid, zoals Lucas van Mil dat zo fraai benoemde bij het 1e KNSB team. Bij een tegenslag is het “de rug rechten en vechten”, maar mijn tegenstander liet zijn voordeel niet meer los en of ik nu wel gevochten heb is eigenlijk ook de vraag.

Alle zwartspelers hadden het moeilijk. Nico Felten merkte in de auto op dat hij die opening toch eens goed moest bestuderen, hetgeen dus ook voor mij gold.

In de partij maakte Nico een fout in de opening. Zijn  tegenstander offerde een paard voor twee pionnen met aanval. Verdedigend koos Nico niet de beste voortzetting en na 18 zetten was het pleit beslecht.

Maar na een verloren wedstrijd neemt menigeen zich van alles voor om dat vervolgens toch niet te gaan doen. Marloes was ook snel klaar waardoor we al snel met 3-0 achter stonden.
Jacob liet zich op een gegeven moment verschalken waarna we met 4-0 achter stonden.

De tegenstander van Jacob dacht met een combinatie materiaal of meer te kunnen winnen. Jacob had goed gezien dat hij met een tegencombinatie een stuk zou kunnen winnen maar in zijn gedachten bleef hangen dat hij dan juist een stuk achter zou komen. Daarom koos hij voor een andere voortzetting, miste later nog een goede kans en een kans op remise.

En zo stonden we op de helft van de avond al met 4-0 achter.

De witspelers stonden er overigens allemaal fraai voor, dus nog even een hoop op 4-4, maar hoop is uitgestelde teleurstelling.
Michael Yu speelde een nette partij en zorgde voor 4-1.

De tegenstander van Michael werd opgezadeld met een zwakke, geïsoleerde pion op d6 die door Michael vrij eenvoudig kon worden veroverd. Daarna kreeg hij zelf een vrijpion op de d-lijn die snel kon doorstoten naar d7.

Ook Rob had het moeilijk met zwart en deed nog zijn uiterste best om er iets van te maken, maar zijn tegenstander speelde het netjes en toen was het 5-1.

In mijn partij koos ik voor een opening met Trompovsky-achtige kenmerken. Op een gegeven moment dacht ik met een kleine combinatie een pion te kunnen winnen maar overzag de riposte van mijn tegenstander en het geen pionwinst werd. Omdat ik mijn stelling en mijzelf niet meer vertrouwde bood ik bij 4-0 remise aan. Daarmee zou mijn tegenstander de teamwinst veilig kunnen stellen. Dat werd geweigerd en daarna zag ik niet veel meer. Ik zette een deur open die beter gesloten had kunnen blijven. Mijn tegenstander kreeg daardoor allerlei penningen over de zevende rij. Die werden mij uiteindelijk fataal. De bedoeling van de switches met de toren van damevleugel naar de koningsvleugel en terug ontging me en een verdiende nul werd mijn loon.

Arno speelde een nette partij met een fraai einde.

Pieter liet zien waarom hij IM is. In een toch wel moeilijke stelling om te winnen, althans in mijn bescheiden ogen, zag hij de winst wel waardoor de uitslag nog een dragelijke 5-3 werd.

Na een lang weekend 2e Bundesliga, waar ik in jaren weer eens last had gekregen van astma dankzij huismijt in een oud hotel, mocht ik het nu opnemen tegen een sterke jeugdspeler. Je hoopt dan dat de partij in rustig vaarwater terecht komt waar je je tegenstander positioneel kan overspelen. Rustig is de partij nooit geworden.

Bert-Jan, die mee was bij de wedstrijd, zei na de wedstrijd nog plagerig “ach, het is maar een spelletje”. Ik merkte op dat het altijd de verliezers zijn, die dat opmerken. Ik heb een winnaar dat nog nooit horen zeggen.

Noot: Volgens mij was ik degene die dat zei: een beschaafde, maar volstrekt dooddoenerige manier om een klote gevoel af te reageren. Om de cirkel rond te maken: lees in ‘De Koning’ maar eens na hoe Donner zijn gevoel beschrijft als hij verloren heeft!
En ben het volstrekt eens met Frank zijn reactie daarover!

Delen