Categorieën
Vandaag :Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

Karel en Max

Zoals aangekondigd in het artikel “Euwe speelt tegen Sinterklaas” zou ik iets verder uitweiden over Karel van het Reve en Max Euwe.
De informatie hiervoor vond ik in het verzamelde werk van Karel van het Reve, uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam 2009.

Euwe was in de 30-er jaren al internationaal bekend. Hij was een goede kandidaat voor een match met de heersende wereldkampioen Ajechin. Hij zette een mooie prestatie neer in Zurich 1934, tweede plaats met 12 uit 15 achter wereldkampioen Aljechin met  13/15. Euwe reisde door naar Leningrad om daar van 17/8-1/9/1934 een toernooi te spelen waaraan een aantal Russen deelnamen die sterke spelers uit het westen goed partij gaven. Daaruit bleek dat Rusland een schaakland in sterke opkomst was. De Rus Botwinnik won dat toernooi.
Zoals dat gaat nemen schaakclubs in de omgeving van zo’n toernooi de kans waar om sterke grootmeesters uit de nodigen voor een simultaanseance. Zo verhaalt Karel (zie referentie (1)) dat Euwe hem een keer vertelde:  hij zou toen in Leningrad een simultaanseance geven. Euwe had echter iets aan zijn voet gekregen ten gevolge waarvan hij aan die voet geen schoen kon velen. Een oplossing is dan om een zachte open pantoffel te dragen. Maar in heel Leningrad waren geen pantoffels te vinden. Karel merkt op dat dat soort dingen, namelijk dat allerlei dagelijkse producten af en toe tot dikwijls niet te krijgen zijn, het leven van de Sovjetburger er niet eenvoudiger op maakte.

Omdat langzamerhand Rusland zich ontwikkelde tot een sterk schaakland ontstond bij Euwe de behoefte om Russisch te leren om kennis te kunnen nemen van de Russische schaakliteratuur (2).
In de oorlog studeerde Karel Russisch bij Bruno Becker (Hoogleraar Russische Geschiedenis en Literatuur, UvA). Die Becker werd door Euwe in 1943 benaderd met het verzoek hem iemand aan te raden die hem Russisch zou kunnen leren. Becker had Karel aanbevolen. Zodoende kwamen Karel en Max met elkaar in contact.
Max wilde graag 2 uur les per week op één dag. Max stelde voor: les 1 van 5-6 uur en les 2 van 7-8 waarbij hij Karel uitnodigde om dan van 6-7 uur mee te eten. Voor de lessen zou Max 25 gulden per maand betalen. Daar hoefde Karel niet lang over na te denken. De betaling was uitstekend (het dubbele uurtarief) en een gratis goede maaltijd. Max was toentertijd directeur van het levensmiddelenbedrijf Van Amerongen. Tot het einde van de oorlog at Karel mee met de Euwes en dat kwam goed uit want daardoor kreeg hij goede bijvoeding boven zijn karige weekmenu. Schaker Lodewijk Prins at ook regelmatig mee bij de Euwes.
Karel vermeldt dat Max een snelle leerling was en vrij snel de Russische schaakartikelen kon interpreteren , maar dat hij moeite had met de uitspraak van bepaalde Russische klanken.

Karel werkte in de oorlog ook in de uitleenbibliotheek van Anton Koejemans. Anton was hoofdredacteur van de illegale Waarheid, het blad van de communistische partij in Nederland gedurende de bezetting. Hij hoorde van Karel dat hij contact had met Max Euwe waarop Koejemans Karel verzocht om aan Euwe te vragen of hij na de oorlog de schaakrubriek zou willen verzorgen in De Waarheid. Euwe zei dat hij wel wilde maar dat het niet door kon gaan omdat hij al aan de krant Het Volk (na de oorlog Het Vrije Volk genaamd) had beloofd voor die krant te gaan schrijven (3).

Karel was lid van een kleine illegale organisatie die zich bezig hield met het de levering van (vervalste) persoonsbewijzen en bonkaarten aan onderduikers. Later werden die onderduikers ook verzien van voedsel. Karel vertelt dat er een goede samenwerking was met Euwe. Bijvoorbeeld de levering van (vervalste) Fahrbefehle aan het bedrijf van Euwe. Het bedrijf had wel vrachtwagens en hout en antraciet om die wagens op te laten lopen, maar te weinig echte Fahrbefehle (vervoersorder: vergunning om op een bepaalde datum een bepaalde autoroute te mogen rijden). Later kon de verzetsgroep ook gebruik maken van transporten van voedsel voor de onderduikers en opslagmogelijkheden in de magazijnen van het levensmiddelenbedrijf (3).

Na de oorlog bleef Karel les geven aan Euwe. Toen in 1948 het toernooi om het wereldkampioenschap schaken werd gespeeld, eerst tien ronden in Den Haag en vervolgens vijftien ronden in Moskou, is het te begrijpen dat Karel uitgenodigd werd om mee te gaan naar Moskou als tolk, en officieel als vertegenwoordiger van de Amerikaanse Schaakbond en vanuit die hoofde lid van het College van Scheidsrechters.  Dat had Euwe met Reshevsky geregeld. (deelnemers waren de Russen Botwinnik, Smyslov en Keres, de Amerikaan Reshevsky (aanvankelijk zou ook de Amerikaan Fine meespelen) en Euwe). Lodewijk Prins trad op als vertegenwoordiger van de KNSB en had daarom ook zitting in het College van Scheidsrechters. Voor Rusland zat waarschijnlijk Alexander Kotov in dat College. Arbiter was Milan Vidmar.
Theo van Scheltinga en  Nico Cortlever traden op als secondanten van Euwe. (4)

Om even terug te komen op de hierboven genoemde krant Het Vrije Volk: Euwe had zijn belofte om na de oorlog bij Het Vrije Volk de schaakrubriek te verzorgen ingelost. Maar toen Euwe in 1966 65 jaar werd moest hij van de hoofdredactie het veld ruimen. Paul van ’t Veer, journalist bij Het Vrije Volk, probeerde de hoofdredactie te overreden om Euwe te handhaven voor de schaakrubriek omdat Euwe zo ongeveer de meest bekende en populaire Nederlander was. Er zou ook geen reden zijn om aan te nemen dat Euwe na zijn 65e geen schaakrubriek meer zou kunnen schrijven. Maar nee: Euwe moest weg. “Regel is regel. Eduard Bernstein of Wilhelm Liebknecht hadden dat al in 1872 bepaald, dus….” parodieert Karel van het Reve (5).

Maar hoe zit het met het sonnet voor Cortlever??
Nico Cortlever, één der sterkste Nederlandse schakers in die tijd, was, tezamen met Theo van Scheltinga, secondant van Euwe tijdens het toernooi om het wereldkampioenschap in 1948 te Den Haag/Moskou.
Cortlever was directeur van een steenfabriek.
Karel van het Reve was afkomstig uit communistische huize. Zijn vader was lid van de partij en enige tijd hoofdredacteur van De Tribune, een communistische krant. Maar rond 1948 begon Karel te twijfelen aan het communisme en ongetwijfeld zullen de contacten met de Nederlandse schakers in Moskou die twijfel versterkt hebben.
Karel vertelt dat hij van  Nico Cortlever veel geleerd heeft. Tijdens het verblijf in Moskou werd Karel door hem onderricht over de sovjet-economie. Hij rekende Karel voor hoeveel schade de sovjet-economie had door de gaten in het wegdek in Moskou. Niet alleen schade aan de schokbrekers van de auto, maar ook de kosten van nieuwe schokbrekers, arbeidsloon voor de vervanging daarvan, kosten van het vervoer naar en van de reparatiewerkplaats, omzetverlies ten gevolge van het stilstaan van de auto etc. etc. Marx zwijgt over die dingen!
In de ogen van de Russen was die Cortlever dus zo’n perfide kapitalist en bourgeois.
Op de terugweg van Moskou naar Amsterdam met de trein dichtte Karel voor Cortlever een toepasselijk sonnet. Dit sonnet werd in later jaren aan de vergetelheid ontrukt door Hans Ree die klaarblijkelijk dit sonnet goed bewaard had in zijn archief (6).
Het sonnet luidt als volgt (7):

Sonnet voor den heer Nicolaas Cortlever,
steenhouwer te Amsterdam.
Gegeven in Duitsland, tussen Hamm en Dortmund,
dezen 24en van Mei, Anno Domini 1948.

Gewend om links en rechts te commanderen
En iedereen te zetten naar uw hand,
Waart gij te gast in ’t Rode Vaderland
Gij kind der Bourgeoisie. Het kan verkeren.

Gij zaagt met eigen ogen hoe de heren
Van Stalins bent aan lieden van uw stand
Schijt hebben tot en met. Tot aan de rand
Vult u de weerzin tegen hun begeren

Om allen in het arm Moscovisch Rijk
Te doen geloven dat het Koninkrijk
der Hemelen daar is. Zou dit hun wens

Of ook de waarheid zijn? Wie zal het zeggen?
Wij weten weinig. Is er soms een mens
Die het geheim van de schepping uit kan leggen?

referenties:

(1) Karel van het Reve, Verzameld Werk, deel 2, p. 509.
(2) idem, deel 5, p. 860.
(3) idem, deel 5, p. 861.
(4) idem, deel 5, p. 862
(5) idem, deel 4, p. 841
(6) idem, deel 7, p. 289
(7) idem, deel 7, p. 707

 

P.S.

Op internet kwam ik nog het boek tegen over het bovengenoemde toernooi in Den Haag en Moskou.
Zo’n boek verschijnt in het algemeen kort na afloop van het toernooi.
Het boek werd geschreven door Euwe, zelf deelnemer aan het toernooi.
Tot mijn verbazing zag ik dat Hans Ree daarin een Voorwoord geschreven had. Ik zocht het geboortejaar van Ree op: 1944. Nooit gehoord dat Ree een wonderkind was die op zijn 5e jaar al een voorwoord in een schaakboek geschreven zou kunnen hebben.
Verder zoeken loste dit raadsel op: het boek was in 2013 opnieuw verschenen bij uitgeverij Russel Enterprises.

Op de foto Euwe staande naast Botwinnik. zie ook Wereldkampioenschap_schaken 1948 met name het filmpje op die website.

 

Delen