Categorieën
Vandaag :
♔ niets op de agenda
Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

Euwe speelt tegen Sinterklaas

.

Enkele jaren geleden kocht ik in een kringloopwinkel het boek Wereldschaaktoernooi Amsterdam 1950 geschreven door Dr. M. Euwe en Lod. Prins.

Een interessant boek om even iets over te schrijven.

Nu is het zo dat Karel van het Reve (niet te verwarren met zijn broer de schrijver Gerard van het Reve) het schrijven over literatuur, en dit boek kan zeker als literatuur beschouwd worden gezien de teksten die Lodewijk Prins geschreven heeft, onzin vindt. Immers, als je iets wilt weten over bijvoorbeeld de Slag bij Waterloo, dan heeft het geen zin om naar Waterloo te gaan en het slagveld van toen te bekijken. Dat geeft heel weinig informatie. Beter is het dan om een geschiedenisboek over die slag te lezen geschreven door een ter zake kundige historicus. Wil je iets weten over de bouw van het melkwegstelsel, lees een boek over astronomie dat het melkwegstelsel behandelt.
Maar waarom, merkt Karel op, zou je een verhandeling/artikel lezen over een bepaald boek?? Je kunt immers zelf kennis nemen van dat boek door het gewoon te lezen en je er zelf een mening over te vormen.
Indien u verwacht of vindt dat mijn boekbespreking niets voor u brengt, dan kunt u dus beter het boek zelf lezen (toevallig is het boek bij mij te koop voor de geïnteresseerde lezer).

Het toernooiboek valt op omdat er maar liefst drie personen, en niet de minsten, een Voorwoord schreven terwijl de toenmalige voorzitter van de KNSB, Ir. H.J. van Steenis, een Ten Geleide schreef.
De samenstellers hadden maar liefst de Minister van OK&W (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen) Th. Rutten, de Burgemeester van Amsterdam Mr. A.J. d’Ailly en de Amsterdamse Wethouder  van Onderwijs A. de Roos bereid gevonden zo’n voorwoord te schrijven.
Volgens de Minister heeft het Wereldtoernooi “bijgedragen aan de goede naam van ons Vaderland in den vreemde”. De Burgemeester stipte aan dat “het schaakspel de geest scherpt, het denken bevordert. Het is een nobel spel.”
De Wethouder gaf aan: “Gedurende een viertal weken was  de aandacht van de gehele wereld op Amsterdam gevestigd.”
De Voorzitter van de KNSB gaf o.a. aan dat het schaken kan helpen om het brandende probleem van de juiste besteding van de vrije tijd op te lossen (!). Hij gaat verder:”Dans en film geven een vaak ontstellende vervlakking, terwijl het massaal zich vergapen aan sport die men anderen ziet doen, ook weinig bijdraagt tot versterking van onze volkskracht. Wie inziet welke groet culturele en geestelijke waarde het schaakspel heeft, zal de verbreiding ervan toejuichen.”

Vervolgens geeft Lodewijk Prins in het volgende stuk getiteld HOE HET GROEIDE dat de oprichting in oktober 1949 van de Stichting voor Internationale Schaaktraditie van Amsterdam leidde naar het Wereldschaaktoernooi gespeeld van 9/11/1950 tot 9/12/1950.
Veel tijd is gestoken in het uitnodigen van de Russische schakers. Helaas tevergeefs, maar Prins wist een sterk spelersveld van 20 spelers naar Amsterdam te lokken waaronder Najdorf (de winnaar van het toernooi) Reshevsky, Gligoric, Pirc, Euwe, Donner, Pilnik, Tartacover en anderen.
Prins geeft een aardige karakterschets van de deelnemers in zijn verslag van de eerste bijeenkomst van de spelers in het Victoria Hotel (tegenover Amsterdam CS).
De dag erna wordt het toernooi officieel geopend in het Stedelijk Museum met 150 genodigden. De Burgemeester, de Beschermheer van het Toernooi, opent officieel het toernooi. Uiteraard speeches van verdere leden van het Ere-comité. De loting wordt verricht door de Burgemeester door de deelnemende schakers te laten kiezen uit een stapel boeken over het Wereldkampioenschap 1948 (gewonnen door Botwinnik) met daarin een volgnummer.

In het toernooiboek loopt Prins nog even alle deelnemers langs.
Het is bekend dat Donner en Prins een beetje een moeilijke relatie hadden. Donner heeft eens van Prins gezegd dat hij een loper niet van een paard kan onderscheiden. Wellicht dat één en ander het gevolg is van of aangewakkerd is door de opmerking die Prins over Donner maakt in dit toernooiboek. Ik citeer: “Indien Donner het half zo ver brengt als hij meent dat hij nu al is heeft hij zeer grote successen in het vooruitzicht.”(let wel: deze opmerking is geschreven na de toernooi-afloop en Donner eindigde op de gedeelde 11e/12e plaats van de 20).
Maar ook Euwe wordt in het zonnetje gezet. Prins merkt op dat het resultaat van Dr. M. Euwe enigszins teleurstellend is (6e/7e plaats met Pilnik). Dat zou voornamelijk te maken hebben met de lusteloze manier waarop hij zou hebben geschaakt. Prins verwacht dat Euwe de volgende maal, met wat meer vechtlust, als vanouds respect zal kunnen inboezemen. Dat kon de ex-wereldkampioen in zijn zak steken!.

Over de plaats van spelen, De Effectenbeurs aan het Beursplein te Amsterdam, merkt Prins op dat de hal van de Effectenbeurs verdeeld is in 82 vakken. In elk vak wordt, en alleen daar, een fonds verhandeld. Na sluitingstijd worden de schaakborden dan opgesteld in diverse vakken. Zo zit bijvoorbeeld de Amerikaan Reshevsky heel toepasselijk vaak in de Amerikaanse hoek. Dan merkt Prins op dat, indien Aljechin meegedaan zou hebben (de wereldkampioen schaken die in 1946 stierf), hij wellicht in de oliehoek geplaatst zou zijn. Hier wordt fijntjes verwezen naar bepaalde geruchten over Aljechin gedurende de match Euwe-Aljechin (1935). Maar over de doden niets dan goeds rondt Prins af.

Naar huidige maatstaven valt in dit boek op dat de titulatuur van de deelnemers consistent wordt gehanteerd. Max Euwe is dus Dr. M. Euwe. Verder hebben we nog Dr. X. Tartacover en Dr. P Trifunovic. Verder valt uiteraard op dat er toendertijd gerookt werd zoals te zien is op de foto’s van het toernooi.

Genoeg over dat toernooiboek.
Waar het me voornamelijk om gaat zijn de foto’s hieronder.
Het toernooi werd eind november/begin december 1950 verspeeld. Op 23 november 1950 kwamen Sint Nicolaas en zijn Knecht de schakers met een bezoek vereren.
Op de eerste foto zien we dat zij zich, heel origineel, op Solex en fiets naar de Beurs van Berlage begaven onder medeneming van boterletters voor de deelnemers..

(Bron: fotograaf Harry Pot/Nationaal Archief/Anefo)

Euwe doet de eerste zet in een vluggertje tegen Sint Nicolaas. Zo te zien is dit een geposeerde foto. Immers Euwe doet de zet terwijl de klok van de goede Sint loopt! De Sint zit te ontspannen aan het schaakbord, met de staf nog in zijn hand. De Sint zou, net als Euwe, in een actievere houding moeten gaan zitten. Euwe zit aangeschoven aan tafel, dicht bij het bord met zijn linker arm steunend, klaar om geen seconde te verliezen.
Onbekend is wie de rol van Sint & Piet speelden. Het zou best kunnen dat het echtpaar Prins die taak op zich genomen heeft.
Toernooiwinnaar Najdorf is de persoon tussen Euwe en de Sint. Links van hem staat de grote Tjeerd van Scheltinga die als 15e eindigde.
Rechts van Euwe staat de doos met de boterletter.
Daarnaast staat een voorwerp dat toentertijd in ieder interieur te vinden was,  maar dat nu klaarblijkelijk meestal ergens buiten te vinden is.
Aan de naambordjes is te zien dat de partij Dr. M. Euwe-M. Najdorf op het programma stond die avond.
Uit het toernooiboek blijkt dat die partij in de 10e ronde, die in remise eindigde, inderdaad op die 23e november 1950 verspeeld werd.

(Bron: fotograaf Joop van Bilsen/Nationaal Archief/Anefo)

Hieronder de groepsfoto van de deelnemers en Sint&Piet.
Laten we hopen dat Piet de roe niet heeft hoeven te gebruiken!

(Bron: fotograaf Joop van Bilsen/Nationaal Archief/Anefo)

P.S.
Over de schrijver/hoogleraar Slavistiek Karel van het Reve: minder bekend is dat Karel in de oorlog gedurende twee jaren Euwe de Russische taal heeft onderwezen. Euwe wilde namelijk de Russische schaakliteratuur kunnen lezen.
Ook minder bekend is dat Karel behoorde tot het team, waarin ook de schakers Lodewijk Prins, Nico Cortlever en Tjeerd van Scheltinga zaten, welk team Euwe ondersteunde gedurende het toernooi om het wereldkampioenschap gespeeld in 1948. De eerste 10 ronden werden in maart 1948 gespeeld in Den Haag waarna de resterende 15 ronden in april/mei daaraanvolgend in Moskou werden gespeeld. Karel trad o.a. als tolk op en hij had zitting in de scheidsrechters-commissie.
Op de terugweg uit Moskou dichtte Karel van het Reve een bewaard gebleven toepasselijk sonnet voor en op Cortlever.
Maar wellicht daarover meer in een volgend artikel.
.

 

Delen